De stelling – Kornwerderzand – in Friesland bij de Afsluitdijk is een van de meest moderne stellingen in Nederland op dat moment. De kazematten moeten belangrijke sluizen beschermen waarmee het waterpeil van het IJsselmeer te bepalen is. Nederland waterland, wij willen het waterpeil bepalen, niet de vijand! Na gevechten op 10 en 11 mei in de provincies Groningen en Friesland, komen de Duitsers bij Kornwerderzand aan. De moderne stelling met duidelijke zichtlijnen om te kunnen schieten maakt het voor de Duitsers niet mogelijk om hier verder te gaan met hun Blitzkrieg.
De afdeling van de Vrijwillige Landstorm in Leeuwarden heeft een Luchtafweerdienst opgezet. Ze bezit 3 stuks Oerlikon 2 cm. snelvuurkanonnen en moet hiermee de fabrieken in Leeuwarden beschermen tegen vijandelijke vliegtuigen. Nog voordat de Duitsers Leeuwarden bereiken, hebben de leden van deze Luchtafweerdienst hun kannonen ingepakt. Ze verplaatsen zich naar Den Helder. In Den Helder krijgen ze de opdracht om naar Kornwerderzand te gaan. Eenmaal daar zetten ze op en naast de kazematten hun snelvuurkanonnen neer. De gevechten tegen de Duitsers zijn al gaande.
De Luftwaffe stuurt duik-bommenwerpers richting Kornwerderzand. Tevergeefs want nu staan er extra snelvuurkanonnen naar boven gericht. Tijdens de gevechten worden Duitse vliegtuigen geraakt. Na de capitulatie worden meerdere Duitse vliegtuigen rond Kornwerderzand in het water gevonden.
Door: drs. Wim de Natris
De afdeling Leeuwarden van het Vrijwillige Landstormkorps (VLSK) Luchtafweerdienst staat sinds kort onder het formele bevel van Eerste Luitenant mr. J.H. Meijer van de VLSK Luchtafweerdienst afd. Zaanstreek. Ze beschikt sinds januari van het jaar over twee 2 cm. snelvuurkanonnen van het merk Oerlikon. Op 9 mei 1940 wordt een derde geleverd. De provincie Friesland, Koopmans Meelfabrieken en de Coöperatieve Condensfabriek Friesland hebben geld beschikbaar gesteld voor een luchtverdediging en zo kunnen de snelvuurkanonen gekocht worden.
De afdeling bestaat uit 43 personenen is opgesteld in een weiland ten zuiden van Leeuwarden aan de Poppeweg, nabij het kanaal de Potmarge ten zuiden van Leeuwarden. Hier stonden de snelvuurkanonnen om de Centrale van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf te beveiligen en de meel- en condensfabrieken.
De oorlog begint
In de vroege morgen van 10 mei schieten de afdeling op ca. 11 Duitse toestellen die richting het oosten vliegen. Eén van de vliegtuigen maakt in de buurt van Bergum een noodlanding. Mogelijker getroffen door de kanonnen van de afdeling Leeuwarden. Adjudant J. Kalma die het feitelijke bevel over de afdeling voert, krijgt rond 10.30 uur via de telefoon bevel van de commandant van de Stelling Den helder om de verzegelde schriftelijke instructies uit te voeren die in zijn bezit zijn. Om de stukken niet in handen te laten vallen van de vijand en om de afdeling in te kunnen zetten in de luchtverdediging, luidt de opdracht om via de Afsluitdijk terug te trekken naar Noord-Holland.
In Den Oever aangekomen ontvangt adjudant Kalma orders zich te melden bij de VLSK Luchtafweerdienst afdeling Zaanstreek. Om 18.30 uur komt afdeling Leeuwarden in Wormerveer aan. Ze hebben zich kunnen verplaatsen nadat ze in Leeuwarden beslag hebben gelegd op twee autobussen van de L.A.B., drie vrachtwagens en enkele motoren. Eenmaal in Wormerveer wordt de afdeling gereorganiseerd en onder bevel geplaatst van de Eerste luitenant G.J. Vis. Om 22.30 uur vertrekt de afdeling op instructie van majoor Den Hertog naar Slootdorp in de Wieringermeerpolder. Als ze daar in de vroege morgen van 11 mei gekomen, wordt de afdeling vervolgens richting Middenmeer gedirigeerd. Na zich bij de commandant van de 21e Batterij Luchtdoelartillerie te melden, wordt ’s middags een stelling betrokken aan de Wierweg ten noorden van het hulpvliegveld Wieringermeer. De bedoeling van deze kleine concentratie luchtdoelgeschut is om de luchtverdediging te verzorgen van de Britse jachtvliegtuigen die van het vliegveld gebruik zouden kunnen gaan maken.
Enkele uren later om 17.00 uur krijgt luitenant Vis van de commandant van de Stelling Den Helder de opdracht om zich naar Kornwerderzand aan de Friese kant van de Afsluitdijk te verplaatsen. Om 22.30 wordt er afgemarcheerd. Tweeënhalf uur later, in de vroege ochtend van 13 mei, meldt de afdeling zich bij de commandant van het Detachement Kornwerderzand, kapitein C.F.J. Boers. De snelvuurkanonnen worden in de voorste verdedigingslinie opgesteld. Twee stuks worden opgesteld op kazematten, een derde wordt ingegraven en met zandzakken versterkt. Samen met het 2e Peloton Luchtdoel Mitrailleurs verzorgen deze mannen van de Vrijwillige Landstorm de luchtdekking van de stelling die voor de hele Nederlandse defensie van groot belang is.
Tussen 7.00 uur en 14.00 uur op deze 13 mei wordt de stelling zes keer vanuit de lucht met bommen en mitrailleurvuur aangevallen. Op meerdere vliegtuigen worden treffers geplaatst, maar onduidelijk is of, en zo ja hoeveel, er zijn neergehaald. Na de capitulatie worden minstens drie Duitse toestellen in zee gevonden.
Na deze aanvallen houden de Duitse vliegtuigen zich op grote hoogte en vermijden zij het luchtdoelgeschut. Om 15.00 uur ontvangen de mannen munitieaanvulling en komt de stelling vanaf 17.00 uur vijf uur lang onder vijandelijk artillerievuur te liggen. Als gevolg hiervan wordt één van de snelvuurkanonnen van de afdeling Leeuwarden uitgeschakeld. ’s Avonds volgt een aanval over de dijk. Deze wordt afgeslagen. De afdeling telt die dag in totaal drie licht gewonden.
Op 14 mei begint rond 8.30 uur een nieuwe artilleriebeschieting. Dit artillerievuur wordt echter tot zwijgen gebracht door de kanonnen van de Nederlandse Kanonneerboot Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau die op zo’n 19 km van de kust ligt. Die dag wordt de stelling bij Kornwerderzand rond 15.00 uur aangevallen door Stuka’s, duikbommenwerpers van de Duitse Luftwaffe. Hierbij wordt een tweede snelvuurkanon van de afdeling beschadigd. Het bericht dat de wapens moeten worden neergelegd, bereikt de afdeling tegen 18.00 uur.
Capitulatie
Met de capitulatie komt het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst aan het einde van zijn kortstondige bestaan. Op de afdeling Leeuwarden na heeft geen enkele afdeling zich aan de Duitsers hoeven overgeven. Geen enkele afdeling wordt in gevangenschap weggevoerd. Het korps wordt geleidelijk geliquideerd. De vrijwilligers worden eerst met groot verlof gezonden en keren als werknemers in hun bedrijf terug.
Op de Afsluitdijk krijgen de mannen van de Vrijwillige Landstorm wel met Duitse troepen te maken. 15 mei worden de wapens van de afdeling Leeuwarden op de dijk verzameld. De kanonnen van de afdeling wordt onbruikbaar gemaakt door de mannen zelf. Dit door essentiële onderdelen te verwijderen. Dit gebeurt trouwens ook door de VLSK Luchtafweerdienst rond Den Haag. De volgende dag worden de mannen ondergebracht in een school in Hypolytushoef. Vijf dagen later ontvangt men daar het bericht dat ze mogen vertrekken naar Leeuwarden. Daar worden de vrijwilligers gelegerd in het P.E.B.. De stelling aan de Potmarge wordt opgeruimd en met uitzondering van het appel elke morgen om acht uur genieten de vrijwilligers tot aan de opheffing van de Luchtafweerdienst de grootst mogelijke bewegingsvrijheid. Net als de rest van de krijgsmacht worden de Vrijwillige Landstormkorpsen Luchtwachtdienst en Luchtafweerdienst op bevel van de Duitse Commissaris voor de demobilisatie van de Nederlandse weermacht opgeheven. De vrijwilligers van beide zusterkorpsen worden per 15 juli 1940 eervol ontslag verleend door het Hoofd van het Regelingsbureau Luchtverdediging, majoor J.H. Droste, de voormalige chef-staf van generaal Best. In Delft wordt later dat jaar aan alle betrokkenen een herinneringstegel uitgereikt, ontworpen en geproduceerd door de Delfts-aardewerkfabriek De Porceleyne Fles, Één van de deelnemende bedrijven aan de vrijwillige luchtafweer.
Transcriptie door: Adjudant b.d. Jacob Topper
De sterkte van de afdeling Leeuwarden bedroeg 43 personen, zijnde 1 officier, 2 onderofficieren en 40 korporaals en manschappen. De afdeling was onderverdeeld in 2 pelotons van elk 20 personen en een commandogroep van 3 personen. De bewapening moest volgens plan bestaan uit 4 kanonnen van 20 mm tegen luchtdoelen, waarvan de eerste 2 geleverd werden in januari 1940.
Op 9 mei 1940 werd een 3e kanon geleverd. De Provincie Friesland, Koopmans Meelfabrieken en de Coöperatieve Condensfabriek Friesland stelden de gelden voor de aanschaf van de kanonnen beschikbaar. De kanonnen dienden in de eerste plaats de Centrale van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf en de beide bovengenoemde fabrieken te beveiligen. De bediening voor 1 kanon van 20 mm bestond uit 10 personen. Op 10 mei 1940 beschikte de afdeling maar over 3 van de 4 geplande kanonnen 2 tl. (Oerlikon kaliber 2cm tegen luchtdoelen).
De posities van de 3 kanonnen zijn vanaf een militaire stafkaart herleid naar een plattegrond van Leeuwarden uit 1940 (zie bovenstaande afbeelding). De opstelling van de 2 eerste kanonnen was 2 kilometer oostelijker dan op het kaartje is aangegeven. Het laatste kanon dient in de buurt van het cijfer 10 gestaan te hebben. In de oorlogsinstructies voor de afdelingen van het Korps was de bepaling opgenomen, dat het personeel van de afdelingen – met uitzondering van een kleine kern – voor de duur van de mobilisatie met klein verlof zouden worden gezonden en dat alleen in tijden van spanning, oorlogsgevaar of oorlog het personeel onmiddellijk weer in werkelijke dienst zou worden opgeroepen. In verband met de wederom optredende spanning werd op 7 mei 1940 aan o.a. de afdeling Leeuwarden opdracht gegeven het personeel terug te roepen van klein verlof en maatregelen te nemen dat de stellingen nog diezelfde dag gevechtsklaar bezet zouden worden. De afdeling Leeuwarden viel rechtstreeks onder commando van de Commandant Vrijwillige Landstorm Korps Luchtafweerdienst.
Verslag 1e gevechtsdag 10 mei:
De afdeling Leeuwarden stond in de vroege morgen van de 10e mei 1940 gevechtsklaar opgesteld in de stellingen.
Verslag 2e gevechtsdag 11 mei:
Verslag 3e gevechtsdag 12 mei
In de morgen van de 12e mei werden door de Commandant van de afdeling reserve opstellingen verkend in de omgeving van het vliegveld Middenmeer
Verslag 4e gevechtsdag 13 mei
In de morgen van de 13e mei 1940 bereikte de afdeling Kornwerderzand waar onmiddellijk werd overgaan tot in stelling brengen van de 3 kanonnen 2 tl. Dank zij de medewerking van een gedeelte van de bezetting van Kornwerderzand stond om 07.00 uur de afdeling gevechtsklaar opgesteld.
Afgeschoten vliegtuigen: drie.
Verschoten munitie: geen gegevens bekend.
Verslag 5e gevechtsdag 14 mei:
Inmiddels werd het bericht van de capitulatie ontvangen. Voor zover bekend heeft de afdeling Leeuwarden 4 vliegtuigen afgeschoten en totaal 1293 patronen verschoten. Er viel bij de afdeling 1 lichtgewonde. Verder waren er geen slachtoffers. In de capitulatiebepalingen was opgenomen dat alle wapens en uitrustingsstukken onbeschadigd aan de vijand moesten worden overgeleverd. Het personeel van de Luchtafweerdienst begon met het zorgvuldig schoonmaken van de kanonnen maar uit pure frustratie werden bij het ineen zetten kleine onderdelen onderworpen aan een zwemles in het IJsselmeer. Zij zijn allen verdronken.