Dit hoofdstuk gaat over Nederland tijdens de jaren ’20 en ’30, of te wel het Interbellum. Deze tijd kenmerkt zich vooral door de consolidatie van de Vrijwillige Landstorm. De middelen die de Nationale Landstorm Commissie tot haar beschikking heeft om de manschappen bijeen te houden.
Meteen aan het begin van het interbellum wordt de Vrijwillige Landstorm gemobilseerd vanwege ongeregelheden aan de Nederlands/Duitse grens. De Vrijwillige Landstorm groeit gestaagd aan leden in deze periode. Er wordt aan elk Landstormkorps een Koninklijk Erkend vaandel overhandigd. Losse afdelingen gaan hun eigen vaandel maken. Schietwedstrijden worden gehouden en ook Landdagen voor de leden van de Vrijwillige Landstorm.
Er komen nieuwe Vrijwillige Landstormkorpsen met speciale taken. Er komen ook nieuwe wetten. Met de komst van de nieuwe dienstpltichtwet in 1922 wordt het Vooroefeninsitituut opgericht met de naam de Gewone Vrijwillige Landstorm. Het Landstormblad wordt vanaf 1924 uitgegeven. Erewachten voor de Koningin vinden plaats met enige regelmaat.
Dit hoofdstuk behandeld thematische onderwerpen die veelal meteen het hele interbellum bestrijken. Hierdoor springen we heen en weer in de tijd.
In 1939 bestaat de Bijzondere Vrijwillige Landstorm 20 jaar. De Nationale Landstorm Commissie laat hiervoor een productie maken over deze 20 jaar. Oftewel: de geschiedenis van het Interbellum in hun eigen woorden:
De geschiedenis van de Vrijwillige Landstorm is redelijk één groot mannenbolwerk. Er zijn weinig vrouwen die tot nu toe dit verhaal van kleur voorzien. Met uitzondering van Koningin Wilhelmina die bij Koninklijk Besluit het mogelijk maakte om een vrijwillige verbintenis aan te gaan bij de Landstorm.
De eerste jaren van de Vrijwillige Landstorm bestond er nog niet eens algemeen kiesrecht voor vrouwen. Deze wordt pas in 1922 ingevoerd. Er waren ook geen vrouwelijke militairen in het Nederlandse leger tot dan toe. Vrouwen mochten niet deelnemen in de gewapende strijd. Wel waren vrouwen in ondersteunende rollen aanwezig.
Waren er dan helemaal geen vrouwen bij de Vrijwillige Landstorm? Jawel! Al redelijk vroeg kunnen ook vrouwen zich als vrijwilliger aanmelden bij de Vrijwillige Landstorm. Dan wel – zoals bij het Nederlandse leger – in een ondersteunende rol, zoals bijvoorbeeld: kokin, verpleegster, of administratief ondersteunend.
Zo neemt de damesafdeling van de Vereniging Volksweerbaarheid – genaamd ‘Charlotte de Bourbon’ – uit Zierikzee deel aan de Vrijwillige Landstorm in Zeeland. De krantenberichten in 1921 verwijzen naar een publicatie in het blad ‘Allen Weerbaar’. Dat de mening van sommige mensen niet al te positief zijn over vrouwen bij de Vrijwillige Landstorm, wordt niet onder banken of stoelen geschoven.
In de periode tussen 1915 en 1940 staat de Vrijwillige Landstorm meer dan 40 keer als erewacht voor het leden van het Koninklijk huis.
De eerste keer vindt plaats in 1915 in Limburg als H.M. de Koning daar op inspectie is van de aldaar gelegerde troepen. De laatste keer vindt plaats in 1940 in Den Haag als het Vrijwillig Landstormkorps Luchtafweerdienst haar 1-jarig bestaan viert door een defilé te houden aan H.M. de Koning en de zojuist benoemde Opperbevelhebber Land- en zeemacht Generaal Winkelman. Misschien wel de meest ‘eervolle’ is tijdens de opening van de Staten-Generaal in 1923 (derde dinsdag in september; prinsjesdag). Dan staat namens de Vrijwillige Landstorm het Landstormkorps Zuid-Holland West met een erewacht.
Lees meer over de gehouden defilés en erewachten.
De vernieuwingen die tussen 1901 (Landweerwet) en 1913 (Landstormwet) worden ingevoerd, zijn nog geen 10 tot 20 jaar oud. Toch gaat de modernisering van het Nederlandse leger nog steeds door. Het is een continue proces. Met als resultaat dat op 4 februari 1922 de nieuwe Dienstplichtwet wordt ingevoerd.
Met uitzondering van zij die (medisch) worden afgekeurd, of wegens een strafblad worden uitgesloten, neemt iedere 18-jarige deel aan de loting voor de dienstplicht. Het is nu daadwerkelijk een ‘Algemene Dienstplicht’ geworden waar iedereen aan moet deelnemen.
Iedereen wordt ingelijfd bij het leger en krijgt iedereen een militaire positie als dienstplichtige. Alleen hoeft niet iedereen te dienen. Daar is de loting voor bedoeld.
Artikel 180 van de grondwet
Het is in dit artikel dat bepaalt dat iedere Nederlander verplicht is mee te werken aan de veiligheid in Nederland. Vanuit deze basis worden de gewone en buitengewone dienstplichtigen ingedeeld.
Alle Nederlanders daartoe in staat zijn verplicht mede te werken tot handhaving der onafhankelijkheid van het Rijk en tot verdediging van zijn grondgebied. Ook aan ingezetenen, die geen Nederlanders zijn, kan die plicht worden opgelegd.
— Dienstplichtwet 1922
Hiermee komt er een eind aan de Militiewet, de Landweerwet en de Landstormwet. Zo zijn er dus vanaf nu geen miliciens, landweermannen of landstormplichtigen meer.
HERSCHRIJVEN Volgens de dienstplichtwet 1922 werd in Ned. aan dienstplichtigen de gelegenheid gegeven door militaire vooroefening in hun vrijen tijd en na afgelegde proef in plaats van 5½ maand slechts 6 weken in werkelijken dienst te komen Deze vooroefening was plaatselijk georganiseerd. In 1934 is het vooroefeningsinstituut opgeheven, omdat gebleken was dat de geoefendheid der voorgeoefenden absoluut onvoldoende was.
Als de nieuwe Dienstplichtwet in 1922 wordt ingevoerd, verandert er weer veel.
De Vrijwillige Landstorm – zoals in 1914 bedoeld – wordt opgeheven. De vrijwilligers van de Vrijwillige Landstorm zijn dan overgestapt naar een Vrijwillig Landstormkorps of de Bijzondere Vrijwillige Landstorm.
Het ‘Instituut tot Vrijwillige Vooroefeningen’ wordt aansluitend opgericht. De gedachte achter de Voorgeoefendheid is tweeledig:
In 1922 wordt de Vrijwillige Landstorm – zoals bedoeld in 1914 – opgeheven.
De gebruikte naam van Gewone Vrijwillige Landstorm is zeer verwarrend. Vooral omdat de voorgeoefendheid niets te maken heeft met 1914 toen de Vrijwillige Landstorm voortkwam vanuit de Landstorm. De naam Vrijwillige Landstorm wordt echter ook gebruikt in de nieuwe Dienstplichtwet van 1922. De logica om deze naam te gebruiken voor het nieuwe Vooroefeninstituut is dat het op vrijwillige basis gebeurt en dat de jongens aan hun weerbaarheid werken. Het vertrekpunt van de Vrijwillige Landstorm in 1914 was vrijwillige weerbaarheid.
De Vrijwillige Landstorm(korpsen) en de Bijzondere Vrijwillige Landstorm bestaan nog steeds in 1940 als Nederland wordt aangevallen. Dit zijn de twee organisaties waar deze website daadwerkelijk over gaat.
De sterke band tussen de Bijzondere Vrijwillige Landstorm en het Koningshuis is sinds de novemberdag van 1918 duidelijk aanwezig. De vele erewachten en defilés zijn hier één uiting van. Een andere is de vele cadeaus die over en weer gaan tussen de Bijzondere Vrijwillige Landstorm in de vorm van de Nationale Landstorm Commissie en leden van het Koninklijk huis.
Gebaseerd op de voorbladen van elk gebonden deel, wordt er ter herinnering aan de geschonken ingebonden boeken, een herrineringsorkonde gemaakt. In elke hoek is het voorblad van een deel te zien.
In ontwikkeling.
Disclaimer: dit hoofdstuk zal het aankomende jaar verder uitgebreid worden, naar gelang de geledende maatregelen met betrekking tot Corona, en diens beperkingen om toegang te krijgen tot archieven, geminimaliseerd zijn.