Op 10 mei 1940 wordt Nederland aangevallen door het leger van Hitler’s nazi-Duitsland. In vijf dagen tijd vechten wij voor het behoud van onze vrijheid. Geen enkel land kan in 1940 voldoende tegenstand bieden tegen de Duitse oorlogsmachine.
Het Nederlandse leger staat – als ze aangevallen wordt – al meer dan 8 tot 13 maanden paraat. Sinds augustus 1939 is ons leger volledig gemobiliseerd. Minder bekend is, dat dat delen van het Nederlandse leger al sinds april 1939 zijn gemobiliseerd, waaronder delen van de Vrijwillige Landstorm.
Tijdens de Aanval op Nederland vecht de Vrijwillige Landstorm, als integraal onderdeel, mee met het Nederlandse Leger tegen de Duitsers. In totaal zullen meer dan 42.000 manschappen met een lidmaatschap bij de Vrijwillige Landstorm in mei 1940 meevechten.
Velen van deze vrijwilligers hebben het hoogste offer aan de Nederlandse vlag gebracht. Meer dan 300 mannen afkomstig van de Vrijwillige Landstorm sneuvelen tussen 10 mei en 15 mei 1940.
De Algehele Mobilisatie van het Nederlandse leger vindt plaats vanaf 28 augustus 1939. Maar, al vanaf april 1939 zijn ongeveer 50.000 mannen gemobiliseerd. Zij zijn opgekomen onder de Buitengewone Opkomst Uitwendige Veiligheid, afgekort B.O.-U.V..
Zo zijn ook delen van de Vrijwillige Landstorm gemobiliseerd.
Halverwege de jaren ’30 krijgt de Generale Staf van het Nederlandse leger de opdracht om nieuwe plannen te ontwikkelen voor de verdediging van ons land. Politiek en legerleiding zien in, dat er een toenemende kans is dat er weer oorlog komt in Europa. Wij zijn neutraal en willen de soevereiniteit van ons land beschermen. Dit vertrekpunt van neutraliteit bepaalt hoe de nieuwe verdedigingsstrategie eruit komt te zien.
Hitler is sinds 1934 met dictatoriale bevoegdheden aan de macht en zijn speeches zitten vol met oorlogsretoriek. Door ons neutraliteitsbeginsel kunnen wij onze landsverdediging niet alleen maar op Duitsland richten. We zullen onze verdediging 360 graden rond moeten uitvoeren.
De conclusie van de Generale Staf is dat er een grote kans is op weer een oorlog tussen Duitsland en Frankrijk, net zoals de Eerste Wereldoorlog. De toenemende oorlogstaal van Hitler en de opbouw van een nieuwe Duitse Wehrmacht (1935) bekrachtigen deze conclusie. De verwachting is dat België hoogstwaarschijnlijk weer als strijdgebied gebruikt gaat worden, mogelijkerwijs Limburg ook.
Een veilige mobilisatie faciliteren
In een klein land als Nederland is de verdediging van het land een uitdaging geworden. Na de Eerste Wereldoorlog zijn veel legers gemotoriseerd en daardoor veel mobieler. De Britten hebben een volledig gemotoriseerd expeditieleger. De andere landen werken ook hard aan het motoriseren van hun legers. Dit betekent dat Nederland ‘nog kleiner’ is geworden. Met een harde stoot is men binnen één uur vanuit Duitsland in midden-Nederland en vanuit Frankrijk in anderhalf uur.
De conclusie is: dat als Nederland moet mobiliseren, er een buffer moet staan tussen de mogelijke vijand en het Nederlandse leger dat aan het mobiliseren is. De Generale Staf berekent dat een Algehele Mobilisatie ongeveer 5 dagen duurt. Tijdens deze 5 dagen is Nederland op z’n kwetsbaarst.
Al zijn het niet de hoofdlinies, de landsgrenzen moeten dan al bewaakt worden. Bruggen in het Oosten van het land moeten, eerste versperd, daarna opgeblazen kunnen worden. Kazernes moeten reeds bemand zijn, zodat bij een eventuele mobilisatie alles vlot kan verlopen. En vooral, er moeten veel meer manschappen opgeroepen kunnen worden.
Grensbataljons, kustbeveiliging en luchtbewaking
Tot 1936 krijgt de Generale Staf weinig financiële middelen om hun plannen kracht bij te zetten. Zo resulteert in 1934 een verzoek tot 10.000den extra troepen in nog geen honderd erbij. Vanaf 1936 komt er eindelijk genoeg financiële middelen vanuit de regering om plannen tot uitvoer te brengen.
Zodoende ontstaan er in 1937 zogeheten grensbataljons. Ook worden de strategische maatregelen losgekoppeld van de daadwerkelijke mobilisatie. De gevormde grensbataljons, maar ook kustbeveiliging en luchtbewaking kunnen dan worden opgeroepen voordat een algemene mobilisatie plaatsvindt. Het oproepen van deze grensbataljons en andere strategische maatregelen om zodoende veilig te kunnen mobiliseren, wordt de Buitengewone Oproeping Uitwendige Veiligheid (B.O.-U.V.) genoemd.
Ook onderdelen van de Vrijwillige Landstorm behoren tot deze strategische maatregelen. De Vrijwillige Landstormkorpsen Luchtwachtdienst én Luchtafweerdienst zullen mobiliseren als de B.O.-U.V. wordt afgekondigd.
Twee keer B.O.-U.V.
Na de “Anschluss van Oostenrijk”, komt de Crisis om het Sudetenland, of te wel Hitler die zijn zinnen op Tsjecho-Slowakijkë heeft gezet. Een mogelijke oorlog komt alsmaar dichterbij. Als de kwestie zich verder ontwikkelt in het Sudetenland wordt tijdens de laatste week van september en de eerste week van oktober 1938 de B.O.-U.V. van kracht.
Door de appeasement politiek van de geallieerden, die leidt tot het Verdrag van München, komt er ogenschijnlijk toch nog ontspanning in Europa. Hierdoor worden de manschappen weer naar huis gestuurd.
In maart 1939 wordt Tsjecho-Slowakijkë dan alsnog door Duitsland aangevallen en dit zet iedereen in Europa weer scherp, al wordt in Nederland de B.O.-U.V. niet afgekondigd. Het is pas een maand later – in april 1939 – als Albanië wordt aangevallen door Italië, dat de Nederlandse soldaten weer worden opgeroepen door de Nederlandse regering.
Nu zijn de strategische maatregelen van kracht; de Buitengewone Oproep Uitwendige Veiligheid is uitgeroepen. Deze blijven van kracht tot aan de Algehele Mobilisatie van het Nederlandse leger.
Op 28 augustus 1939 wordt het Nederlandse leger volledig gemobiliseerd, de ‘Algemene mobilisatie’. Dit gebeurt nadat de officieren en kwartiermakers op 24 augustus 1939 worden opgeroepen, de zogeheten ‘Voormobilisatie’.
In totaal hebben van de 280.000 manschappen ongeveer 42.000 een verbandakte met de Vrijwillige Landstorm of een verklaring als Steun aan het Wettig Gezag bij de Bijzondere Vrijwillige Landstorm ondertekend.
Hiervan zijn:
In totaal hebben meer dan 42.000 manschappen (van de 280.000 gemobiliseerden) een achtergrond bij de (Bijzondere) Vrijwillige Landstorm. Dit getal ligt hoger als men de manschappen meerekent die het Vooroefeninstituut (Gewone Vrijwillige Landstorm) hebben doorlopen. Echter is deze voorgeoefendheid niet van extra waarde tijdens de gevechten in mei 1940.
De Nederlandse militairen moeten zich melden in hun uniform en met een koffer met persoonlijke bezittingen. Het afscheid valt natuurlijk zwaar. Een deel van deze mannen is al getrouwd en heeft kinderen. Sommigen soldaten komen helemaal alleen naar het gemeentehuis of treinstation, anderen worden uitgezwaaid door hun familie.
Met treinen en bussen worden ze vanuit de verzamelplaatsen naar hun mobilisatiebestemming gebracht. Vaak aan de andere kant van Nederland.
Wat gaat er gebeuren? De een ziet het als een avontuur. De ander vreest of hij ooit nog thuis zal komen, mocht een oorlog uitbreken.
Acht maanden lang – verspreid over Nederland – zijn de mannen van huis. Sommigen slapen in scholen, anderen in oude schuren. Af en toe mogen ze op verlof. Iemand die een belangrijke baan heeft, mag soms ook een dag extra weg naar zijn werkgever. Nederland B.V. moet immers wel kunnen blijven draaien.
Er worden veel brieven naar huis geschreven. De mannen die al vader zijn, worden erg gemist door hun kinderen.
Het thuisfront stuurt vaak pakketjes naar hun man, vader, of zoon, met extra eten en warme kleding. Het soldateneten was niet ‘je-van-het’ en de winter van 1939 was één van de koudsten in honderd jaar tijd.
Niet geoefend? Werken!
Soldaten die niet geoefend zijn voor een speciale dienst – zoals bijvoorbeeld de manschappen van de gemobiliseerde VLSK Luchtwachtdienst en VLSK Luchtafweerdienst – moeten elke dag werken. Het dagelijkse programma van deze soldaten bestaat grotendeels uit stellingen bouwen en loopgraven maken.
Stellingen voor machinegeweren en pantserafweergeschut worden niet door deskundige aannemers gebouwd, maar door de gemobiliseerde mannen zelf. Stellingen worden ook niet altijd op de meest militair-strategische plaatsen gebouwd, maar op plaatsen waar boeren en burgers niet hoeven worden uitgekocht.
Het Nederlandse leger beschikt nu over 280.000 man, die vooral stellingen hebben gebouwd op niet altijd de meest strategische plekken. Door hun bouwactiviteiten hebben ze weinig kunnen trainen voor mogelijke gevechten.
.
Tijdens de mobilisatie worden bestaande stellingen verstevigd en nieuwe gebouwd. Dit zodat er genoeg mogelijkheden zijn om een vertragende verdedigingsstrategie te voeren. Nederland houdt natuurlijk nooit in z’n eentje een grote vijand tegen. Dat snapt de Nederlandse legertop ook wel. Als het Nederlandse leger het Duitse leger lang genoeg weet op te houden, dan zullen hopelijk de geallieerde Engelsen en Fransen te hulp schieten. Dit was het plan van het Nederlandse leger.
Staat van Beleg
Pas op 19 april 1940 wordt in Nederland de Staat van Beleg afgekondigd. Het Nederlands leger mag dan elk militair gebied (waar stellingen zijn gebouwd) tot verboden gebied verklaren. Volgens plannen heeft dit al in augustus 1939 moeten gebeuren bij de Algemene Mobilisatie, maar de Nederlandse overheid trok die wet snel in.
Dit betekent dat Duitse waarnemers de verdedigingswerken tot 19 april 1940 ongehinderd kunnen optekenen en foto’s maken waar kazematten en verdedigingspunten zijn gebouwd. Daarnaast weten Duitse spionnen Nederlandse stafkaarten te kopiëren. Als Nederland wordt aangevallen, hebben de Duitse soldaten uitgebreide kaarten bij zich mee.
De Nederlandse geheime dienst buitenland – GS IIIA – heeft al maandenlang in Berlijn inlichtingen verzameld. Dit wordt gedaan door een Nederlandse militair die goed bevriend is met een Duitse kolonel. Zij spelen belangrijke informatie door over de Duitse plannen.
Het lijkt erop dat Nederland aangevallen gaat worden door Duitsland. Wanneer? Geen idee. Omdat Duitsland het aanvalsplan wel 20 keer verandert, komen er ook 20 keer ‘nieuwe’ inlichtingen over een andere datum.
Alarm na alarm
Zo is er een Novemberalarm in 1939 en een Januarialarm in 1940. Op beide momenten staan soldaten dag en nacht paraat in de Nederlandse stellingen. Dit maakt dat een deel van de regering en defensie soms twijfelt aan de betrouwbaarheid van ontvangen inlichtingen. Toch blijven ze luisteren naar wat de informant uit Berlijn ze doorspeelt.
Als Hitler op 9 mei om 20:20 uur het commando geeft Nederland op 10 mei aan te vallen, wordt bovenstaand bericht doorgegeven. Nederland neemt meteen actie. Het valt de Duitse legertop op, dat als de aanval eenmaal begint, het Nederlandse leger binnen een paar uur alle stellingen heeft weten te bemannen. Het is de Duitsers nu wel duidelijk dat er een mol zit in de hoogste Duitse militaire staf. Nederland is te goed geïnformeerd.
Op 10 mei om 03:55 uur begint de Duitse aanval op Nederland. Fall Gelb is de codenaam voor het Duitse aanvalsplan om Nederland, België, Luxemburg en Frankrijk (tot aan Parijs) te veroveren.
Burgers in Oost-Nederland horen in de vroege ochtenduren als eersten honderden vliegtuigen over zich heen vliegen. Velen denken dat het Duitse vliegtuigen zijn die richting Engeland vliegen. Niet al te lang daarna volgen Duitse grondtroepen die de Nederlandse grens oversteken. Nu is er geen twijfel meer mogelijk, Duitsland valt Nederland aan.
Het Duitse aanvalsplan is gewaagd, er kan veel fout gaan. De Duitse generaal Von Mannstein heeft een plan ontwikkeld dat de andere Duitse generaals te riskant vinden, maar hij is bevriend met Hitler en zo is zijn plan toch gekozen. Een alles of niets aanval op West-Europa! Een gewaagde gok, die moet lukken!
Aanvankelijk viel Nederland grotendeels buiten deze plannen. Maar vanaf januari 1940 is Nederland een integraal onderdeel van de Duitse aanvalsplannen. Nederland wordt zelfs op meerdere fronten aangevallen:
Er zijn enkele verhalen bewaard gebleven die gaan over de oorlogsdagen met de Vrijwillige Landstorm meer of minder in de hoofdrol.
De afdeling van de Vrijwillige Landstorm in Leeuwarden heeft een Luchtafweerdienst opgezet. Ze bezit 3 stuks Oerlikon 2 cm. snelvuurkanonnen en moet hiermee de fabrieken in Leeuwarden beschermen tegen vijandelijke vliegtuigen.
Nog voordat de Duitsers Leeuwarden bereiken, hebben de leden van deze Luchtafweerdienst hun kanonnen ingepakt. Ze verplaatsen zich naar Den Helder. In Den Helder krijgen ze de opdracht om naar Kornwerderzand te gaan. Eenmaal daar zetten ze op en naast de kazematten hun snelvuurkanonnen neer. De gevechten tegen de Duitsers zijn al gaande.
De “Luftwaffe” stuurt duikbommenwerpers richting Kornwerderzand. Tevergeefs want nu staan er extra snelvuurkanonnen naar boven gericht. Tijdens de gevechten worden Duitse vliegtuigen geraakt. Na de capitulatie worden meerdere Duitse vliegtuigen rond Kornwerderzand in het water gevonden.
Lees hier meer over de Kazematten bij Kornwerderzand en het Vrijwillige Landstormkorps Luchtafweerdienst afdeling Leeuwarden.
In ontwikkeling
In ontwikkeling
In ontwikkeling
In het Duitse plan van generaal Von Mannstein is Nederland op zich een zijtoneel. West-Europa moet zo snel mogelijk worden veroverd. Duitsland wil geen herhaling van de Eerste Wereldoorlog. Daarbij is Nederland vanwege zijn strategisch ligging wel belangrijk. Onze havens en de doorvoerlijnen van Duitsland naar England, dat veroverd moet worden, lopen dwars door Nederland en dienen zo spoedig mogelijk onder Duitse controle te komen.
Nederland biedt echter veel meer verzet dan waarin de Duitse plannen mee rekening houden. Het wordt niet zoals een maand eerder bij de slag om Denemarken, dat men zich al na 6 uur vechten overgeeft. Ondanks het overwicht lopen de Duitsers, met name bij de Afsluitdijk, op de Grebbeberg en aan de Moerdijkbruggen in hun optiek te veel vertraging op. Ook de parachutisten droppings in Zuid-Holland, met als doel de regering en het Koninklijk Huis op dag één van de oorlog gevangen te nemen, slagen niet.
Met een overdaad aan geweld bombarderen op 14 mei de Duitsers Rotterdam. Het is een tactisch bombardement om, onder bedreiging ook nog andere steden te bombarderen, Nederland versneld tot overgave te dwingen. Vrijwel de hele Rotterdamse binnenstad wordt vernietigd en ongeveer 80.000 mensen worden dakloos. Strategisch is de binnenstad niet van belang, maar Hitler geeft zijn visitekaartje af. Nederland geeft zich nog dezelfde dag over.
Op 15 mei capituleert Nederland. Meer dan 2.300 Nederlandse soldaten zijn gesneuveld – waaronder meer den 300 afkomstig van de Vrijwilllige Landstorm – en ca. 7000 zijn gewond geraakt. 2.000 burgers zijn omgekomen als nevenschade door de gevechten en het bombardement op Rotterdam.
Vanaf nu is Nederland, een door Duitsland bezet gebied.
Hier eindigt het bijzondere verhaal over de Vrijwillige Landstorm.
Nadat het Nederlandse leger is verslagen door de Duitse invaller, wordt het Nederlandse leger opgeheven door de bezetter. Tezamen met het Nederlandse leger wordt ook de Vrijwillige Landstorm opgeheven.
De Nationale Landstorm Commissie krijgt de ruimte van de Duitse bezetter om haar leden op ‘nette’ en gepaste wijze te voorzien van een ‘Ontslagbrief’ of een ‘Bewijs van Eervol ontslag’. Het ‘Bewijs van eervol ontslag’ is bedoeld voor de Plaatselijke leider, waar de ‘Ontslagbrieven’ bedoeld zijn voor de gewone leden.