Jakob Jan Bieringa, geboren te Roden op 6 februari 1911 en woonachtig in Apeldoorn als hij gemobiliseerd wordt. Voordat hij naar Apeldoorn verhuist, woont hij in (de buurt van) Rotterdam en is hij lid van de Bijzondere Vrijwillige Landstorm.
Als reserve 1e Luitenant van het korps luchtdoelartillerie voerde hij het commando over de 13e Batterij Luchtdoelartillerie. Deze batterij, bestaande uit drie stukken van 7,5 tl, stond opgesteld in een weiland bij het park ‘Leeuwenbergh’, op ongeveer vijftienhonderd meter ten noorden van het vliegveld Ypenburg.
De batterij was kort daarvoor in stelling gebracht, zodat er rondom nog geen dekking was aangebracht. Omstreeks 04.30 uur liet een Duitse bommenwerper zijn lading los boven de 13e Batterij. Bieringa zou kans gezien hebben om na het vallen van de bommen per motor te vertrekken om hulp te halen. Bij zijn terugkomst werd hij door Duitse parachutisten gevangen genomen en in een boerderij opgesloten.
Deze boerderij werd nog dezelfde dag getroffen door Nederlands artillerievuur. Hierbij kwam Bieringa door een granaatscherf in het bovenlichaam om het leven.
Jacob Jan Bieringa werd op 11 mei 1940 op de Ooster begraafplaats te Voorburg begraven. Op 7 juni 1940 is Jacob Jan Bieringa herbegraven op de Algemene Begraafplaats aan de Soerenseweg 69 te Apeldoorn, graf nr. 1258.